Heb je eigenlijk geen idee of het Corsica moet worden of Sardinië? Laat deze blog je overtuigen dat beide eilanden de moeite waard zijn, maar ook heel verschillend. Doorgewinterde fans van Corsica zullen Sardinië maar niks vinden en vice versa. Maar er zijn veel mensen die behalve de overeenkomsten, ook juist de verschillen enorm kunnen waarderen. En dat voor 2 eilanden op nog geen 50 minuten van elkaar varen met de veerboot.
Om te ervaren welk eiland het beste bij je past, moet je niet op 1 plek zitten, daar zijn de eilanden veel te groot voor. Met een rondreis over Corsica en Sardinië beleef en ervaar je de verschillende aspecten van de eilanden. En wellicht kom je dan tot de conclusie dat je niet hoeft te kiezen, maar dat je beide eilanden als vakantiebestemming kunt omarmen.
Frans en Italiaans
Het begint natuurlijk al met het feit dat Corsica een Frans eiland is en Sardinië een Italiaans. Echter, Corsica is vele jaren van Genua geweest en er zijn zeker Italiaanse invloeden op het eiland zichtbaar en voelbaar. De Genuese bruggen en vele torens zijn daar het grootste bewijs van. Of neem de Corsicaanse taal die wellicht lijkt op een Toscaans aandoend dialect. Onverstaanbaar voor Fransen, net als het Fries voor Hollanders. De Corsicanen zijn nogal nationalistisch en zijn trots op hun eiland. Sardijnen of Sarden zijn dat net zo op hún eiland, een autonome regio van Italië. Maar op dit eiland merk je ook de invloeden van de vele volkeren die Sardinië als thuishaven hebben verkozen in het lange verleden. Het verleden dat ook duidelijk zichtbaar is op de eilanden.
Cultuur of natuur
Wat dat laatste betreft staat bij Sardinië de culturele kant wat meer op de voorgrond, bij Corsica is dat de natuur. Maar als je de juiste bril opzet, dan zie je ook veel cultureel erfgoed op Corsica net als dat je op Sardinië de natuur ook prachtig en ongerept is. Toch zijn er juist in natuur grote verschillen. Waar je ook bent op Corsica, je ziet overal en altijd bergen tot de hoogste, de Monte Cinto van 2700 meter. Op Sardinië zijn er plekken waar je helemaal geen bergen ziet, hooguit wat heuvels in de verte. De hoogste berg van Sardinië is dan ook Punta Marmora van 1834. Daarbij moet gezegd dat de oppervlakte van Sardinië (zo groot als België) 3x zo groot is als Corsica. Heeft Corsica veel meer watervallen en beekjes, Sardinië heeft bijvoorbeeld een aantal grote grotten met reusachtige kamers. Die vind je echt niet op Corsica, net zoals rijstvelden ten zuiden van Oristano op Sardinië.
Het Unesco natuurreservaat Scandola en de Calanques de Piana laten zien waar veel toeristen om naar Corsica komen. Mooi is de rode gloed van de rotsen (foto: Le Coeur) te zien vanaf de weg, maar nog mooier te zien vanaf een boot/ Een regelrechte aanrader. Net als een boottochtje langs de krijtrotsen bij Bonifacio. Ook Sardinië heeft van die aanraders waar veel toeristen met de boot op afkomen. Ik heb het dan over de eilandengroep Maddalena in het noorden. Maar ook de prachtige hoge kliffen bij Cala Gonone. In dat opzicht lijken de natuur van Corsica en Sardinië wel een beetje op elkaar. Zeker als je het azuurblauwe water er bij bedenkt.
Flamingo’s of krijtrotsen
Een rondreis over Sardinië zal je brengen langs de zoutmeren waar je met de flamingo’s op de foto kunt. Je komt langs de vele nuraghes en langs historische vindplaatsen, Tombe di Gigantica en Domus de Janas. En die zul je allemaal niet tegenkomen op Corsica. Ok, historische vindplaatsen die zijn er wel, net als kleinere musea die de geschiedenis blootleggen. Maar bovenal zullen op Corsica de burchten van de dorpjes/stadjes indruk maken. Voorop Bonifacio, dat je bij helder weer vanuit Sardinië op de witte krijtrotsen kan zien liggen. Maar natuurlijk ook Calvi, St. Florent, Bastia en het centraal gelegen Corte. Alghero en Bosa, 2 leuke stadjes in het noordwesten van Sardinië hebben ook een dergelijke burcht. Waarbij Bosa ook wel de stad is van de kleurtjes en Alghero “Klein Barcelona” wordt genoemd. Er wordt een Catalaans dialect gesproken, overgebleven uit de tijd dat Catalaanse kolonisten hier gehuisvest werden door de koning van Aragon. Die laatste liet – naar overlevering – ook een trap hakken in 1 nacht in de krijtrotsen van Bonifacio, om die bovenstad te veroveren. De trap is goed te zien als je vanuit Sardinië komt.
Ajaccio of Cagliari
Ook de hoofdsteden zijn heel verschillend. Ajaccio, de stad van Napoleon, heeft een heel andere sfeer dan Cagliari (foto), de hoofdstad van Sardinië in het zuiden. Een stad op 7 heuvels gebouwd, waarbij alles wat echt interessant is op de eerste heuvel – vanuit zee gezien – gebouwd is. Klassieker zou ik Cagliari willen noemen, statiger ook.
Eigenlijk doe ik heel veel plekken tekort door ze niet te noemen, jazeker er zijn nog veel meer natuurwonderen en culturele hoogstandjes te bekijken. En dan heb ik het nog niet eens over de tradities, muziek en festiviteiten. Doe dat via een rondreis over Sardinië en Corsica, het zal je terugbrengen op de eilanden.